Ook al groeide ik op in een doorzon-rijtjeshuis toch veel tijd op “het platteland” doorgebracht. Mijn vader kwam van een boerderij, en een heel aantal ooms&tantes waren boer(in). Ook veel vrienden van mijn vader, die voor zijn werk “de boer op” ging, waren boer. Hierdoor dus van jongs af aan al tussen de koeien gezeten, melk haalde we altijd rechtstreeks van de boer: met een mooie laag room er nog op. Als een koe had gekalfd er snel heen om een emmer biest te halen. Elke zomervakantie een week of 2 logeren bij mijn neef, zijn vader (mijn oom) had een varkensfokkerij. Elke ochtend om 05:00 uit bed en de varkens voeren, helpen de varkens die naar de mesterij gingen de vrachtwagen in te krijgen en dan de lege hokken schoonmaken met de hoge drukspuit… dikke pret! Een andere oom maakte kaas, dus ook dat van dicht bij kunnen zien (en later zelf op kleine schaal ook zelf gedaan met geitenmelk).
Een van mijn broers werkte op zaterdag en in de vakanties bij een boer bij ons in de buurt. Deze man deed, heel koppig tot hij begin 1990 stopte met boeren, alles nog met paarden en met de hand. Daar elk jaar helpen met aardappels oogsten, en daarna de aardappelvelden “lezen” voor de achtergebleven aardappels (wat dan weer genoeg aardappels opleverde voor de rest van het jaar). Die specifieke boerderij was sowieso een enorme leerschool: zijn ouders woonde er ook nog en eigenlijk was de tijd daar sinds 1920 gewoon stil blijven staan: o.a. koken en verwarmen op peteroleum. De enige moderne concessie was elektriciteit voor verlichting en radio en TV, zelfs de WC was nog een plank met een gat boven een beerput. Wat ik daar vooral heb gezien is hoe enorm veel werk er in gaat zitten: (bruine) bonen dorsen op de dorsvloer. Leuk om een minuut of 10 te doen, maar om de hele oogst te verwerken was het een hele week. Voerbieten snijden voor de koeien met een bietenmolen, de bieten werden met de hand gedund en gewied enz enz enz. Het was een kleine, gemengde boerderij, dus een aantal koeien (met de hand gemolken) wat akkerbouw (aardappels, bieten, bonen). Wat ik daar vooral heb gezien is hoe idioot veel werk het is, en dan nog was het eigenlijk meer een soort hobby dan dat het echt rendabel was. Een romantisch beeld van een autarkisch leven heb ik nooit gehad.
En ondanks dat we in een rijtjeshuis woonde altijd beesten gehad: kippen, duiven, konijnen. Door alles heel vroeg geleerd waar je eten vandaan kwam: melk kwam van koeien, aardappels uit de grond etc. Ook het proces van kip naar kippenpoot en van koe naar gehaktbal zo heel vroeg geleerd.. Toen een van mijn broers een woonboerderij kocht werd dat ook een mooi vakantieverblijf tijdens mijn studie en als mijn broer op vakantie ging zorgde ik voor de beesten (kippen, eenden, kalkoenen, schapen, geiten) de moestuin en de fruitbomen. Daar o.a. in de praktijk geleerd dat het gezegde “wie vloeken wil leren moet geiten houden” zonder meer waar is.
Nu woon ik zelf op het platteland met een flink stuk grond en heb zelf kippen, kwartels en konijnen (en zeker GEEN geiten). Uiteraard ook een moestuin, fruitbomen, bessenstruiken en notenbomen. Hier probeer ik zoveel mogelijk mijn eigen groente te kweken, mijn steven is om zo’n beetje 50% van de groentes zelf te kweken. Als ik meer tijd zou hebben/erin zou steken zou het wel lukken om hier qua groentes wel zelfvoorzienend te zijn. Met sommige groentes (sperziebonen) lukt dat ook zonder meer, gemiddeld zo’n 30 kilo per jaar en dan gaat er ook bijna elk jaar een grote vracht naar de buren. Ook met noten en appelmoes lukt dat prima.
Ik kweek eigenlijk vooral groentes die je in de winkel (bijna) niet ziet: palmkool, witte bieten, koolrabi, “bijzondere” pompoenen, rabarber enz. Bepaalde zaken vind ik ook niet de moeite om zelf te gaan kweken, bij een boer hier in de buurt haal ik b.v. voor 25 cent de kilo uien, die kweek ik dus niet zelf. Voor de gein wel een keer uien gekweekt, gewoon om eens te proberen, maar zakken van 10 kilo halen is toch makkelijker. Als het echt zou moeten (SHTF) maak ik mijn moestuin veel groter, maar dan houdt het wel op met een hobby zijn en wordt het een (halve) dagtaak. Maar tot die tijd vind ik het op deze manier een prima balans, lekker bezig in mijn tuin, bijzonder ontspannend, en als de oogst mislukt dan gaan we naar de winkel.
Het mooiste aan mijn moestuin en beesten enzo vind ik dat op deze manier mijn kinderen ook goed zien waar hun eten vandaan komt en wat er voor nodig is.
Helaas nu geen boeren meer in de familie, allemaal zijn die inmiddels gepensioneerd en de kinderen hebben de toch vrij kleine bedrijven niet overgenomen. Want wat ik zie, voor zover ik nog bij de boer kom, is dat het allemaal enorm is gegroeid qua schaal en is gespecialiseerd: melkveehouder, aardappelboer, uienboer etc. Het is allemaal enorm kapitaal en techniek intensief geworden. Met drones en GPS wordt precies bepaald hoeveel kunstmest waar nodig is (zo’n beetje per vierkante meter een dosering op maat). Koeien worden door de melkrobot gemolken, per koe wordt de hoeveelheid voedsel berekend en is de melkgift geregistreerd. Qua techniek heel mooi, maar de charme is er wel af. Op een enkeling na is het leuke, gemengde kleine bedrijf er gewoon niet meer. De leuke scharrelaars zijn zo goed als verdwenen. Je ziet (gelukkig) wel steeds meer ‘niche’ bedrijfjes opkomen die op een wat vriendelijkere manier boeren, zo zit er bij mij in de buurt een veehouder die, in samenwerking met Staatsbosbeheer, in een weidevogelgebied een speciaal vleesras koeien houdt. Ook is er een boerderijtje in de buurt waar je verse melk (en af en toe biest) kunt halen, net als zelf gemaakte kaasjes enzo. Maar dat zijn de uitzonderingen, in elk geval in mijn buurt.